Waar wij in Nederland vooral bekend zijn met de hokjes “man” en “vrouw” als het gaat om gender, zien we steeds meer dat er verder wordt gedacht dan deze hokjes. Sterker nog, gender wordt steeds minder gezien als iets met twee opties waartussen een keus gemaakt moet worden (genderbinariteit), maar steeds meer als spectrum, waarbij zij slechts twee opties zijn tussen vele andere vormen. Hoewel wij binnen onze maatschappij voortdurend nieuwe taal ontwikkelen om deze andere vormen een naam te geven, is het bestaan van genderdiversiteit en queerness niet nieuw. Het is ook zeker niet alleen een westers fenomeen: het Indiase subcontinent heeft een rijke geschiedenis aan queerness. Ter ere van Indian History Month 2022 zal elke maandag een artikel worden gewijd aan queer sporen in de Mahabharata, een van de belangrijkste geschriften binnen het Hindoeïsme[1]. Deze maandag doen we een uitstapje naar een ander belangrijk geschrift binnen Hindoeïstische kringen om te leren over queering.
Om dit begrip toe te passen gebruik ik vandaag niet de Mahabharata, maar de Ramayana. Sterker nog: dit verhaal is gebaseerd op Bengali versies van dit welbekende geschrift. Veelal wordt geaccepteerd dat de Ramayana oorspronkelijk is opgeschreven door Valmiki, waarna deze vele keren is vertaald om zo het verhaal van Rama te verspreiden. Hierbij zijn wel regionale verschillen met betrekking tot vertaling, plot en personages, wat een verrijking is die laat zien hoe het epos telkens nieuw leven wordt ingeblazen door de gemeenschappen die het oppakken. Wetenschapper Ruth Vanita heeft veel onderzoek gedaan naar queerness in Hindoemythologie en heeft een heel artikel gewijd aan hoe dit verhaal overgedragen is in de Bengali geschriften als Kritivasa Ramayana en de Padma Purana. Ik baseer mij voor dit verhaal vooral op de inzichten van Vanita’s artikel “Born of two vaginas: Love and reproduction between co-wives in some medieval Indian texts”, gepubliceerd in 2005 in GLQ a journal of lesbian and gay studies, het resultaat van intensieve bestudering van 14e-eeuwse Bengali religieuze teksten.
Dit verhaal uit de Padma Purana gaat over Bhagiratha en zijn twee moeders. Bhagiratha is de persoon die uiteindelijk de heilige rivier Ganga van de hemel naar de aarde weet te brengen. In sommige geschriften wordt Bhagiratha geboren als zoon van koning Dilipa, die verwekt is tijdens seks tussen deze koning en één van zijn vrouwen. In de 14e-eeuwse Bengali geschriften gaat het er echter anders aan toe, zo blijkt uit Vanita’s artikel. Koning Dilipa overlijdt zonder nageslacht, wat ertoe leidt dat zijn twee weduwen[2] de familiepriester Vashishtha opzoeken en vragen om zijn hulp om de familielijn voort te zetten. De priester voert een putreshti offer uit, een specifiek ritueel om een zoon te verkrijgen, en geeft de koninginnen een soort rijst genaamd charu. Een van de koninginnen dient dit te eten, waarbij de andere koningin seks dient te initiëren met de bhava van een man, wat purushabhavena maithunaya wordt genoemd. Het woord bhava betekent verschillende dingen, en Vanita somt onder andere “temperament”, “way or manner” en “intention, purpose” op, wat in ieder geval een beetje een beeld opwekt. Opvallend is dat bhava dus alleen een aanpak lijkt te omschrijven, en niet een fysieke verandering, waar genderfluïditeit wel een instrument is geweest in andere verhalen. De vrouwen hebben dus in hun lichaam als vrouw seks met elkaar, wat ertoe leidt dat de oudere koningin zwanger wordt en het leven schenkt aan Bhagiratha.
Dit verhaal belicht de geboorte van Bhagiratha door het doorzettingsvermogen en bereidwilligheid van de twee koninginnen om de bloedlijn voort te zetten na het overlijden van hun echtgenoot, waarbij de seks tussen twee vrouwen een middel is om hun doel te bereiken. In een andere vertelling van het verhaal, te vinden in een versie van de Krittivasa Ramayana, maken goden Brahma en Indra zich zorgen na het overlijden van koning Dilipa. De god Vishnu zal zich reïncarneren als Rama in de bloedlijn van koning Dilipa, dus zorgt het uitblijven van een kind voor problemen. De goden schakelen Shiva in om te helpen, wat ertoe leidt dat Shiva de twee koninginnen zegent met de belofte van een zoon als zij seks met elkaar hebben. Zij geven hier gehoor aan en schenken ook hier het leven aan Bhagiratha. Hoewel de aanloop verschilt, is het vooral het volgende stuk wat extra interessant is: er wordt in de tekst gesproken over extreme liefde (sampriti) tussen de vrouwen, wat de relatie tussen de twee vrouwen ook verder inkleurt dan alleen plichtsgevoel. In weer een andere versie van de Krittivasa Ramayana wordt zelfs het woord sambhog aangehaald, wat volgens Vanita in deze context wederzijds genot betekent en dus weer verder bouwt op de onderlinge relatie die deze vrouwen delen.
Het moge duidelijk zijn dat ook hier sprake is van queer liefde en seks, maar we zien ook dat het normatieve idee van het gezin wordt opgebroken. Voorheen hebben we het gehad over mensen wiens genderidentiteit transformeerde gedurende hun leven, of momenten waar liefde en seksuele contacten werden gedeeld door mensen met dezelfde genderidentiteit. Hier betekende queer niet-heteroseksueel ten opzichte van een heteroseksuele norm: de bestaansgeschiedenis van de term queer voor mensen behorend tot de LGBTQIAA+ gemeenschap begon als scheldwoord voor dat wat “niet normaal” of “niet de norm” was. Dat woord is uiteindelijk als geuzennaam teruggenomen door de queer community, wat maakt dat ook wij bij Hindostaans & Queer het woord gebruiken als verzamelnaam voor alles van niet cis-gender en/of heteroseksueel is. Maar naast queer als identiteitsmarker bestaat er queering als werkwoord: teruggrijpend op de connotaties van “vreemd” of “raar” kan queering verwijzen naar het vervreemden van vastgeroeste ideeën en normen in de maatschappij: wat is normaal en wat maakt dat dit normaal is? Vaak zijn normen het resultaat van jarenlange normalisering van bepaalde ideeën, zoals het idee van genderbinariteit (=je bent of man of vrouw en dat zijn de enige twee opties), maar ook de verwachting dat mannen en vrouwen uiteindelijk met elkaar dienen te trouwen (=heteronormativiteit) en een gezin dienen te hebben.
Het verhaal van vandaag is een voorbeeld van queering the heteronormative family, oftewel het vervreemden van het genormaliseerde idee van een vader, moeder en kinderen. De vrouwen hebben, hoewel uit plichtsbesef dat geworteld is in een patriarchale samenleving, een relatie met elkaar die varieert van co-echtgenotes tot geliefden en schenken samen het leven aan een kind, al dan niet met hulp van offers of goden. In verdere verhalen over Bhagiratha zien wij dat hij in zijn jeugd ook wordt gepest, omdat hij twee moeders heeft. Er zijn ideeën over hoe “normale” families eruitzien en zijn ouders passen daar niet bij, wat ertoe leidt dat Bhagiratha uitsluiting ervaart. Dit laat ook de prijs zien van je niet (kunnen) voegen naar bepaalde normen: het onvermogen om je te voegen naar hoe het “hoort” wordt afgestraft, wat we ook vandaag de dag nog zien in de levens van veel queer mensen en queer Hindostanen. Queer kan een identiteit zijn, maar queering kan een strategie zijn om structuren waar je niet in past te trotseren en te overleven door de creatie van nieuwe vormen van zijn, van liefhebben, van levens vormgeven.
Geschreven door Louise Autar
Extra leestip: https://www.indiefolio.com/project/5c587b868c4ca/born-to-two-mothers-the-hero-bhagiratha
[1] Hier wil ik als auteur van dit artikel graag benadrukken dat het spreken over HindoeISME een westers koloniaal product is: er is niet één soort HindoeISME.
[2] Als auteur van dit artikel wil ik ook graag benadrukken dat in mijn onderzoek naar dit verhaal de twee koninginnen zelden een naam krijgen, waar de mannelijke figuren in dit verhaal (Dilipa, Bhagiratha, Vashishtha) wel altijd bij naam bekend zijn. Dit roept de vraag op waarom zij niet bij naam bekend zijn, vooral omdat ik in dit verhaal hen zie als de hoofdpersonen die het verhaal laten voortbewegen. In een versie heten zij Chandra en Mala.
Gepubliceerd door