
Kan je jezelf voorstellen?
Mijn naam is Sunny, ik ben 33 jaar oud en van Hindostaanse komaf. Ik heb altijd in de mode gewerkt en heb daar nog steeds ontzettend veel passie voor.
De belangrijkste mensen in mijn leven zijn mijn moeder, broer, zus, neefje en nichtje. Daarnaast mijn schoonzus en niet te vergeten mijn man. Ik ben ontzettend gelukkig met hem.
Wanneer wist je van jezelf dat je queer bent?
Eigenlijk al heel vroeg. Als kind was ik altijd al verbonden met meisjes dingen. Ik was ongeveer vier jaar oud toen het nummer ‘Lambada’ helemaal in was. Ik stond toen met een rokje aan, te dansen voor de hele familie. Ook kan ik mij nog heel goed herinneren dat ik op de basisschool altijd de moeder wilde zijn als we vader-moedertje speelden. Ik was er denk ik niet heel bewust van, maar ergens in mijn onderbewuste is dat wel de rode draad geweest voor waar ik nu sta.

Hoe gaat jouw familie om met jouw queer identiteit?
Mijn moeder is voor een Hindostaanse vrouw heel bijzonder. Ik heb ontzettend veel respect en ontzag voor haar. Zij accepteert mij volledig zoals ik ben. Zei heeft tegen mij gezegd: ‘het maakt mij niet uit wat je bent, je bent en blijft mijn kind. Ik zal je nooit los laten. Ik zal je nooit in de steek laten en ik zal je er altijd voor je zijn’.
Mijn broer en zus hebben mij ook altijd geaccepteerd. Vroeger stonden ze soms wel even te kijken van mijn klederdracht en zeiden daar dan wat van, maar zij accepteren mij volledig.
Mijn vader is overleden toen ik 16 was. Hij vond het moeilijk om te accepteren dat ik anders was. Tijdens zijn leven is er tussen ons veel strijd geweest. Veelal had te maken met mijn eigen strijd om te zijn wie ik wilde zijn. Daardoor werd mijn gedrag met de jaren steeds radicaler tot ik uiteindelijk fulltime in meisjeskleding en op hoge hakken naar de middelbare school ging. Dit was iets wat ik zo nu en dan al op de basisschool deed, maar op de middelbare school werd het echt een ding voor mij. Elke dag weer een extra tas mee naar school en buiten stiekem omkleden. Dat zorgde er voor dat ik ook op andere plekken kwam dan school en door familieleden werd opgemerkt in de buurt, die hun beklag weer deden bij mijn vader. Ook tijdens een bezoek aan familie die verder weg wonen heb ik een moment bereikt dat ik niet anders dan mezelf kon zijn en een aantal familieleden in vertrouwen nam. Ik vertelde hen wie ik eigenlijk echt wilde zijn. Dit zorgde voor veel telefoontjes nog dezelfde avond dat we thuis kwamen en ik bestempeld werd als iemand die ziek was. Ik moest naar een dokter en worden geholpen. Ik wist wel beter en ook mijn vader wist dat hij mij niet veel meer kon maken, want ik was op den duur niet meer bang voor hem en ging dan ook vaak genoeg de strijd met hem aan. Mijn broer, zus en moeder hebben mij hierin nooit laten vallen en mij gesteund tot de dag van vandaag. Vroeger kreeg ik genoeg klappen, maar op den duur ging ik tegen mijn vader in en hij wist dat klappen geen zin meer hadden bij mij. Uiteindelijk heeft dit een jaar geduurd voordat mijn vader overleed.

De laatste keer dat ik mijn vader in levende lijve zag, brachten mijn broer en ik hem terug naar zijn huis in Rotterdam. Hij vroeg of ik met hem mee de trap op wilde lopen. Bovenaan de trap vroeg hij aan mij: ‘mag ik je een knuffel geven?’ Ik was toentertijd erg tegendraads en vroeg: ‘hoezo wil je mij nou een knuffel geven?’ Hij keek mij toen aan en zei: ‘Sunny, ik weet alles en ik hou van je’. Dat waren de laatste woorden die ik van hem heb gehoord.. Al het negatieve wat ik met hem heb ervaren, viel hierdoor helemaal weg. Hij heeft het voor mij persoonlijk, helemaal goed gemaakt met zijn laatste woorden.
Door de jaren heen heb ik mij voor de rest van de familie een beetje afgesloten, denk ik. Ik krijg niet zoveel mee van wat ze van mij vinden, omdat ik daar niet echt mee bezig ben. Ze laten mij met rust en min of meer dwing ik ook de acceptatie af van de mensen in mijn omgeving. Accepteren ze mij niet, dan verwijder ik mij uit hun cirkel. Ik vraag geen acceptatie, maar ik verwacht het van mensen. Ik ben een open persoon, mensen mogen mij alles vragen. Als mensen daar niet voor kiezen, om wat voor reden dan ook, dan wil ik het ook bewust bij die persoon laten. Ik wil niet de onzekerheid van de ander met mij meedragen.

Kan je ons wat vertellen over jouw leven als trans vrouw?
De laatste jaren heb ik een stabiel leven: ik ben gesetteld en heb een goede band met mijn moeder, broer, zus en hun aanhang. Ik heb vrienden die ik regelmatig zie. Ik ervaar mijn leven niet als een trans vrouw. Ik weet dat ik daar misschien iets mee oproep, maar ik voel het gewoon niet zo. Toch denkt de omgeving daar blijkbaar anders over. Tien jaar geleden was ik namelijk de tweede transgender op de Nederlandse televisie en toentertijd ook de enige niet-witte. Ik kreeg heel veel doodsbedreigingen en werd op straat uitgescholden. Toen ervaarde ik pas hoe heftig het was. Het beangstigde mij heel erg. Ik heb mij toen teruggetrokken en verstopt.
Ik wil begrepen worden in plaats van dat mensen mij vertellen wat ik moet doen. Ik wil dat mensen naar mij kijken en luisteren, zonder oordeel. Voor homoseksuele mannen en lesbische vrouwen zijn er veel ontmoetingsplekken om herkenning te kunnen vinden. Dat is er voor transgenders niet op een laagdrempelige manier. Het is als trans vrouw lastig om een plek te vinden waar je kan aarden en iets om je mee te identificeren. Ik heb best wat heftige dingen moeten doorstaan in Amsterdam en met die ervaring hoop ik anderen te kunnen helpen.

Hoe heeft jouw queer identiteit jouw leven gevormd?
Het heeft ervoor gezorgd dat ik kan leven zonder erover na te denken wat andere mensen over mij denken en van mij vinden. Natuurlijk doet het wat met je als mensen een oordeel over je hebben, maar ik ben nu op een punt in mijn leven dat ik er niks meer om geef.
Het heeft mij sterker gemaakt en onafhankelijk van het oordeel van andere mensen.
Hoe vind je dat er binnen de Hindostaanse gemeenschap wordt omgegaan met lhbti’ers?
Persoonlijk vind ik dat het onder het tapijt wordt geveegd. Hindostanen willen het er niet over hebben. Ze willen er geen gesprek over voeren, want eigenlijk begrijpen ze het niet en willen ze het ook niet begrijpen. Die mentaliteit voel ik heel erg om mij heen.

Welke overeenkomsten zie jij tussen queer Hindostanen en queer mensen van andere niet-westerse culturen?
Alle culturen worstelen met het idee wat de gemeenschap er wel of niet van zal vinden. De angst van de familie om verstoten te worden door de gemeenschap, maakt het voor hun lastig om hun naaste te accepteren wanneer deze uitkomt voor de identiteit. Ongeacht religie en cultuur zijn er tussen niet-westerse culturen veel gelijkenissen in de (non-)acceptatie van LHBTI’ers.
Wat denk jij dat Hindostaanse lhbti’ers van de Hindostaanse gemeenschap nodig hebben om zich geaccepteerd te voelen?
‘Don’t hate what you don’t understand’. Geef elkaar de ruimte om elkaar te begrijpen. Respecteer elkaar en datgene wat je niet kan veranderen. Accepteer de ander voor wie die is.
Als je in een thuissituatie zit waarin een ouder jou niet kan accepteren en jouw leven ondraaglijk maakt, dan moet je hulp zoeken. Wanneer je minderjarig bent, doe het dan via de huisarts en zorg ervoor dat je weg gaat. Ben je volwassen, creëer dan een plan voor jezelf om zo snel mogelijk uit die cirkel te stappen. Ik zeg het heel makkelijk, maar het is heel moeilijk. Als kind wil je liefde van je ouders, maar op een gegeven moment doe je jezelf tekort als je dit niet ontvangt. Hoe langer je blijft hangen in dat leven, des te moeilijker het is om eruit te komen. Dat maakt de psychische nasleep nog langer. Kies altijd voor jezelf, dat is zo belangrijk. Uiteindelijk was je toch wel van plan om uit huis te gaan neem ik aan, alleen in dit geval is de reden niet heel erg leuk. Je slaat jezelf echt over als je het allemaal accepteert. Doe dat niet en creëer voor jezelf meer lucht, door de vrijheid te zoeken.
Welk advies zou je de jongere versie van Sunny geven?
Blijf altijd jezelf. Dat is iets waar ik heel hard voor heb gestreden en ook veel mee heb verloren. Ik zou dat niet willen veranderen. Als ik terug kijk dan denk ik dat ik dingen heb ervaren, die ik niet eens mijn ergste vijand gun, maar nogmaals: het heeft mij gemaakt tot de persoon wie ik nu ben. En als ik ook maar één iemand zou kunnen overtuigen om het leven voor zichzelf mooier te creëren dan waar diegene nu is, dan ben ik al heel gelukkig. Ik hoef geen rolmodel te zijn, ik zou het fijner vinden om als een soort tante gezien te worden.

Gepubliceerd door