Nazrina Rodjan

Zou je jezelf kunnen voorstellen?

Ik ben Nazrina Rodjan (zij/haar), 34 jaar en ik ben geboren en getogen in Rotterdam. Ik ben een queer Hindostaans-Surinaamse kunstenaar die zich richt op thema’s zoals migratie, diaspora en de representatie van gemarginaliseerde verhalen, door middel van o.a. illustraties, schilderijen en animaties.

Mijn werk komt vaak voort uit persoonlijke ervaringen, familiegeschiedenis en verhalen uit de gemeenschappen waar ik me in bevind. Hierdoor komen LHBTI-thema’s, de Surinaamse cultuur en Hindostaanse geschiedenis ook veel aan bod. Om een voorbeeld te geven, in 2021 publiceerde ik, samen met Skye Naomi Grant, het boek Queer in het Licht, waarin Nederlandse queer rolmodellen van kleur worden belicht. Daarnaast heb ik recent een nieuw sprookjesboek geïllustreerd waarin een Surinaamse twist wordt gegeven aan het klassieke verhaal van Roodkapje. Mijn werk, net zoals mijn identiteit, is een combinatie van de verhalen die horen bij mijn afkomst en de vrijheden waar ik over droom als queer persoon.

Wat betekent het voor jou om Hindostaans en queer te zijn?

Voor mij betekent Hindostaans en queer zijn dat ik vanuit een uniek perspectief naar zowel de Hindostaanse als de Nederlandse cultuur kan kijken. Queer zijn en Hindostaans zijn worden vaak als tegenstrijdige identiteiten gezien, waarbij queer zijn vaak wordt afgeschilderd als iets ‘Westers’. Maar voor mij vullen deze identiteiten elkaar juist aan. Door beide te omarmen, kan ik ruimte creëren om mijn eigen invulling te geven aan deze identiteiten.

Veel queer ruimtes — zoals uitgaansplekken en grote evenementen zoals Amsterdam Pride — zijn niet altijd toegankelijk of comfortabel vanwege een derde identiteit die er bij mij komt kijken, namelijk autistisch zijn. Deze omgevingen zijn vaak luid, druk en overweldigend, en toen ik net uit de kast kwam was er ook veel minder zichtbaarheid voor queer mensen van kleur, waardoor ik me niet altijd thuis voelde in de Nederlandse queer gemeenschap. Daardoor heb ik geleerd om mijn eigen ruimtes te creëren en verbindingen te zoeken op manieren die voor mij werken. Ik ben bijvoorbeeld een aantal jaar actief geweest in community building bij The Hang-Out 070 in Den Haag. Het idee was een ruimte te bieden voor queer jongeren van kleur, waar ze in een huiskamersetting samen konden komen om films te kijken, boeken te lezen, spelletjes te spelen, en ook ideeën te bespreken over hoe de maatschappij verbeterd kan worden.

Mijn queer zijn laat me ook toe om vanuit een andere lens naar de Hindostaanse cultuur te kijken. Het maakt zaken die binnen deze gemeenschap als normaal worden gezien minder vanzelfsprekend voor mij. Ik kan bijvoorbeeld niet rekenen op alle familieleden die op komen dagen bij mijn bruiloft. De sociale steun die voor een getrouwd heterokoppel vaak vanzelfsprekend is — daar kan ik niet op rekenen. Maar daardoor heeft mijn kijk op hoe ik mijn leven in wil vullen ook een hele andere draai gekregen. Ik ben trots op verschillende aspecten van mijn Hindostaanse cultuur, geschiedenis en identiteit. Om mijn queer zijn volledig te kunnen omarmen, moet ik me wel losmaken van aspecten van de Hindostaanse cultuur die ik als onderdrukkend ervaar. Gelukkig blijft er daarna ook zoveel moois over van de cultuur om te omarmen.

Je bent een kunstenaar en noemde net dat LHBTI-onderwerpen een rol spelen in jouw werk. Hoe verhouden jouw queer identiteit, Hindostaans zijn en de combinatie van beide zich tot de thema’s die je in je kunst verkent?

Mijn queer en Hindostaanse identiteit zijn diep verbonden met mijn kunstenaarschap, net zoals de persoonlijke beleving van elk ander kunstenaar altijd invloed heeft op het werk dat ontstaat.

Als Hindostaanse kunstenaar heb ik altijd de noodzaak gevoeld om het verhaal van mijn voorouders, die deel uitmaakten van de Indiase diaspora en het koloniale systeem van contractarbeid, te belichten. Een van mijn recente projecten is een serie van olieverfschilderijen getiteld ‘Kala Pani: 1873-2023’, waarin ik de portretten van Indiase contractarbeiders uitvergroot op canvassen en daarmee bijna letterlijk een vergrootglas leg op de onderbelichte ervaringen van vrouwen op de plantages.

Als queer kunstenaar was het voor mij vanzelfsprekend om ook na te denken over de rol van queerness in deze geschiedenis. Hoe zou het leven van een queer contractarbeider eruit hebben gezien? Zijn er sporen van te vinden op deze foto’s? Zulke vragen leiden me tot een andere interpretatie van portretten waarbij er vaak een aanname heerst dat het hier gaat om ‘beste vriendinnen’ of ‘zussen’.

In mijn werk probeer ik het Hindostaans en queer zijn zo vanzelfsprekend mogelijk te laten lijken. Een voorbeeld hiervan is mijn kunstwerk ‘Bajaar’, waarin twee verkoopsters op een markt in India te zien zijn die hun gevoelens voor elkaar openlijk tonen met een kus. Niemand op de hele plaat kijkt naar ze, omdat het in de wereld van deze tekening zo normaal is. We zijn in de echte wereld nog lang niet zover, maar ik zie het als mijn taak om als kunstenaar beelden te creëren van waar we als maatschappij naartoe zouden kunnen gaan — een toekomstbeeld waar iedereen als gelijkwaardig wordt behandeld en gezien.

Nog een voorbeeld hiervan is mijn kunstwerk ‘Kissing Brides’. Ik dacht aan hoe groot de invloed van Bollywood eigenlijk is in hoe wij denken over relaties en trouwen binnen de Hindostaanse gemeenschap, en het gebrek aan queer representatie hierin. De manier waarop er gereageerd werd op mijn eigen huwelijk binnen mijn familie heeft ertoe geleid dat ik ‘Kissing Brides’ schilderde. Ik voelde me niet gelijkwaardig behandeld en wilde daarom, vooral voor mezelf, een wereld schetsen waarin dat wel zo was. Het is het eerste werk van mij waarin ik ‘queer joy’ centraal zet.

Wat ik heb gemerkt is dat deze beelden andere queer mensen van Hindostaanse of Zuid-Aziatische afkomst diep kunnen raken. Tot op heden waren er niet zoveel beelden waar wij ons in konden herkennen en de kracht van zulke kunstwerken is dat ze het idee van Hindostaans & queer zijn helpen normaliseren. Hoe meer er van zulke beelden bijkomen en hoe wijder ze worden verspreid, hoe meer mensen het zien en beseffen dat queer zijn in de Hindostaanse gemeenschap er gewoon bij hoort.

Wat zijn de belangrijkste bronnen van vreugde in je leven als Hindostaans en queer persoon?

Ik vind vreugde in de kruispunten van mijn identiteiten. Het vinden van mensen die mijn ervaringen begrijpen geeft me altijd een gevoel van verbondenheid en thuiskomen. Ook is het maken van kunst een hele belangrijke bron van vreugde voor mij. Dat zou ik misschien wel op nummer één zetten. Tekenen en het creëren van werelden heeft me op een bepaalde manier altijd gered in situaties waar ik als autistisch kindje in het reguliere schoolsysteem niet altijd even goed tegen kon. Kunst geeft me ook de mogelijkheid om de wereld op een manier weer te geven die hoop geeft voor de toekomst, en ook daar haal ik veel voldoening en vreugde uit. Daarnaast vind ik vreugde in Hindostaanse tradities en het vieren van culturele en religieuze festivals, vooral wanneer ik ze kan herinterpreteren en er een queer draai aan kan geven. Zo maak ik ruimte voor mezelf in de cultuur waar ik met al mijn queer zijn thuishoor.

Heb je uitdagingen gekend gerelateerd aan je queer identiteit?

Ja, ondanks de relatief positieve reactie van mijn ouders en zussen, heerst er binnen de Hindostaanse gemeenschap de gedachte van manai ka boli (wat zullen mensen zeggen), wat queer zijn vaak tot een taboe maakt. Hierdoor is het volledig uit de kast komen bij de rest van mijn familie lastig. Maar ook buiten de Hindostaanse gemeenschap, in de Nederlandse cultuur, zijn er nog steeds vooroordelen en momenten van afwijzing. Nederland wordt vaak gezien als een tolerant land, maar dat betekent niet dat LHBTI-mensen overal geaccepteerd worden. Voor sommige mensen blijft queer zijn iets wat niet binnen het ‘normale’ plaatje past, en dat heb ik op subtiele manieren, maar ook heel openlijk zelf ervaren.

Wat zou je anderen in de Hindostaanse queer gemeenschap adviseren?

Zoek steun bij mensen die je accepteren voor wie je bent, ook als dat niet altijd binnen je directe omgeving of familie is. Zoek gemeenschappen op waar je je begrepen voelt en waar je mensen vindt met soortgelijke ervaringen als jij. Laat je leven niet bepalen door het idee van wat andere mensen zullen vinden. Je hoeft niet altijd in traditionele ruimtes zoals bars of festivals aansluiting te vinden als dat niet voor jou werkt. Er zijn verschillende initiatieven die een veilige en vertrouwde ruimte bieden voor queer mensen van kleur. Vind of creëer die plekken waar je jezelf kunt zijn. Geef jezelf de ruimte en tijd om je eigen weg te vinden.

Het project ‘Humans of HQ’ is mogelijk door het Queer emancipatiefonds Den Haag, daarom zijn wij erg benieuwd naar wat jouw binding is met Den Haag.

Ik was van 2017 tot 2019 actief betrokken bij het organiseren van community events bij The Hang-Out 070. Hierdoor was ik bijna elke week in Den Haag en heb ik binding met de queer gemeenschap in deze stad.

Interview afgenomen door Maithili Bansie

Gepubliceerd door