Een ode aan zij die mij voor gingen

Persoonlijke essay door Asa

Illustratie: Asa
Omschrijving van de illustratie: Een uiting van de boom die door zij die ons voorgingen is geplant. Een boom die door de generaties daarna is verzorgd en waar nu de vruchten van geplukt kunnen worden. De boom staat symbool voor de strijd voor queerrechten. Een strijd die veel heeft opgeleverd, maar nog steeds hard nodig is. 

Het is zondagmiddag en ik luister naar de radio. Daar hoor ik Ashwin, namens Hindostaans & Queer is hij te gast bij Sunrise FM. Ik luister niet vaak naar Hindostaanse radio, maar dit wil ik niet missen. Bij m’n adji thuis staat Amor FM, een andere Hindostaanse radiozender, al sinds ik me kan herinneren altijd aan. De bekende commercials en liedjes geven me het gevoel van thuiskomen. Het programma begint. Met kracht hoor ik Ashwin zijn verhaal vertellen over een zware reis naar zelfacceptatie. Ik luister met trots naar zijn oproep aan de Hindostaanse gemeenschap: “Ga het gesprek aan met je kinderen, laat ze weten dat ze er mogen zijn. Praat liefdevol over queer mensen, daar begint het mee.” Een oproep die ik zou willen delen met de wereld en waarvan ik hoop dat iedereen die meeluisterde het zal herhalen.

Zelfacceptatie

Door zijn verhaal denk ik terug aan mijn eigen ervaringen met zelfacceptatie, die op z’n zachts gezegd heel ingewikkeld waren. Ik herinner me de dagen waar ik bijna elke nacht moest huilen, omdat ik het toekomstbeeld dat mijn ouders voor mij hadden niet kon waarmaken. Het was een tijd waarin ik zwaar worstelde met mezelf en liever niet aan terug denk. Als ik dacht aan m’n toekomst dan kon ik me er niks bij voorstellen. Het voelde alsof mijn wereld eindigde. 

Als kind werd ik mijn hele jeugd gepest om mijn uiterlijk. Als resultaat hiervan was ik altijd heel erg bezig met mijn uiterlijk en zo ‘normaal’ mogelijk gevonden worden. Ik wilde inblenden en vooral niet anders zijn of opvallen. Ik verborg mezelf en deed mezelf voor als iemand die ver af lag van hoe ik echt ben. Niet alleen qua gedrag paste ik mezelf aan, maar ook qua uiterlijk. Ik deed mijn best om zoveel mogelijk op de meisjes in m’n klas te lijken. Een herinnering die naar boven komt is de dag dat ik als 10-jarig kind met een pleister op mijn bebloede bovenlip naar school kwam, na de zoveelste keer gewezen te worden op mijn snor besloot ik dat het tijd was om het weg te scheren zonder te weten hoe een scheermes eigenlijk werkt. 

Dat masker dat ik toen ophield voelde ergens wel echt, ik was er na er jaren mee te leven zo comfortabel mee geworden. Pas later besefte ik me dat ik niet wist wie ik was zonder dat masker. Ik had het ervoor over om mezelf compleet kwijt te raken als dat betekende dat ik erbij kon horen. Alleen was het nooit genoeg, hoe erg ik me best ook deed om erbij te horen werd ik er toch elke keer weer op gewezen dat ik anders was. 

In mijn pubertijd begon ik me steeds meer te realiseren dat ik niet hetero ben. Ik merkte dat ik me kon herkennen in andere queer personen, op tv en in mijn omgeving. Ook begon ik mij rond m’n 15de steeds meer te realiseren dat ik me eigenlijk geen meisje voelde, maar dat wilde ik nog niet onder ogen komen. Mijn queerness voelde als nog iets dat mij anders maakte, dus verborg ik het.

Met hard werk heb ik dat masker waar ik me achter verschuilde deels kunnen loslaten. Het werkte toch niet en bovendien voelde ik me er verloren door en diep ongelukkig. Dit deed ik niet alleen, maar met de hulp van een therapeut. Ik moest opnieuw opzoek naar mezelf. Voor mij betekende dat ook mijn queerness onder ogen komen.

Waar ik mijn genderidentiteit eerder niet onder ogen durfde te komen, had ik me voorgenomen om dat toch te proberen. Het was de tijd van de lockdowns en ergens gaf het me de veiligheid om zonder de mening van anderen naar mezelf te kijken. Het gaf me de tijd om te ontdekken wie ik ben. Ik experimenteerde met mijn look, van lang haar tot m’n heupen tot haar dat zo kort is dat ik de wind op m’n hoofd voel. Sommige dagen tekende ik wat haartjes bij mijn snor, dezelfde snor waarmee ik vroeger jarenlang ben gepest bracht mij nu een gevoel van euforie. Als mijn vader niet thuis was trok ik stiekem zijn pakken aan en staarde ik naar mezelf in de spiegel. Door middel van zelfexpressie kon ik uiten hoe ik me van binnen voelde. Ik las boeken die net leken alsof het over mij geschreven was (boeken als: ‘I wish you all the best’ en ‘X alles of niets’) . En vond herkenning in de verhalen van nonbinaire personen (mensen als: Alok Vaid-Menon en Nanoah Struik). Queer zijn heeft mij een vrijheid gegeven die ik nooit eerder had ervaren. Ik heb kunnen ontdekken wie ik ben en leerde dat er altijd nog ruimte is om jezelf verder te ontdekken. Ik kom elke dag weer nieuwe dingen over mezelf te weten, en voel steeds meer ruimte om dat te ontdekken. Het geeft me het gevoel dat ik leef. 

Soms denk ik bij mezelf hoeveel makkelijker het leven geweest zou zijn als ik hetero en cisgender zou zijn. Aan de andere kant, zou het me ook veel kosten.

Gezien worden

Ik ben dichter bij mezelf gekomen, maar deze versie van mezelf deel ik niet met iedereen. Bijvoorbeeld niet met mijn familie, voor nu voel ik daar de ruimte niet voor. Toen ik 16 was vertelde ik aan mijn ouders dat ik nonbinair ben. Sindsdien is de relatie met mijn ouders erg verslechterd en kan ik niet zeggen dat er sprake is van volledige acceptatie, ook bijna 6 jaar later niet. Die acceptatie die ik daar niet heb kunnen vinden, heb ik wel kunnen vinden op veel andere plekken. Het vult niet het gat van de acceptatie dat ik wil van mijn familie, maar het staat naast elkaar. Eigenlijk leef ik in twee werelden. Eentje waar men mij alleen bij mij geboortenaam kent en als hetero, cisgender en gelukkig ziet. En de ander waar ik echt geluk ervaar, mijn gekozen naam draag, en waar ik mijn nonbinaire en queer identiteit uitdraag. De twee werelden liggen ver uit elkaar, maar ik draag ze beide. Het masker waarvan ik zo graag afscheid wil nemen, beschermd mij van afwijzing en ontneemt me ook de kans om gezien te worden. 

Het moeten leven in twee werelden is zwaar en wens ik niemand toe. Het is iets dat ik nu doe om te overleven, maar ik begin steeds meer te realiseren dat ik mag gaan beginnen met leven. Wat mij helpt in mijn proces van zelfacceptatie is mensen ontmoeten zoals ik. Mezelf omringen met andere queer personen, met allemaal andere ervaringen en andere identiteiten, bij wie ik herkenning vind. Toen ik begon met studeren begon ik met wat voelde als een nieuw leven. Ik liet mensen toe in de wereld waarin ik mezelf ben en gaf mezelf de kans om gezien te worden. Niet iedereen zag mij gelijk voor wie ik ben, voor velen van mijn medestudenten was het de eerste keer dat ze een nonbinair persoon leerde kennen. Soms hebben dingen tijd nodig, en volgt die acceptatie later en soms volgt het niet. Dan denk ik terug aan zij die mij voor gingen en te maken hadden met zoveel onbegrip, maar hun toch thuis vonden. 

Zij die mij voor gingen

In tv series zag ik voor de eerste keer queer mensen in wie ik me kon herkennen. En later waren het queer mensen in mijn omgeving in wie ik me kon herkennen, van klasgenoten tot leraren. Op het internet maakte ik kennis met een queer gemeenschap die zo rijk is. En leerde ik over de geschiedenis van de gemeenschap. Toen ik achttien was maakte ik kennis met Hindostaans & Queer. Daar ontmoette ik mensen die ouder waren en was ikvaak de jongste in de ruimte, ik leerde mensen kennen die net als ik Hindostaans en Queer zijn. Waar het vroeger voelde alsof de wereld verging, voelde het nu alsof er een nieuwe wereld openging. Het zien van oudere Hindostaanse queer personen heelde iets in mij. Ik luisterde naar de verhalen van mensen als Lionel Johkoe, die SUHO (Surinaamse Homofielen) oprichtte in de jaren 80. Hij is ouder dan ik mezelf ooit zag worden en bovendien: hij is zichzelf. Ook leerde ik in een boek dat nonbinaire mensen altijd al hebben bestaan, in velen culturen. Dat verrijkte mijn bestaan. Het voelt soms nog alsof ik de eerste ben die dit allemaal meemaakt, maar er zijn mij velen voorgegaan.

Ik breng een ode aan allen die mij voor gingen. Die jarenlang hebben geworsteld met zichzelf, zijn uitgesloten door hun gemeenschap en veel moeite hebben gedaan om zichzelf te kunnen accepteren. Een ode aan allen die hun ware zelf nooit met de wereld hebben kunnen delen. Zij die streden voor hun rechten en waarmee ze streden voor ons allemaal. En daar sta ik dan, ik kan de vruchten plukken van de boom die zij hebben geplant en hebben verzorgd. Het voelt alsof het mijn beurt is om die boom ook te verzorgen.


Geschreven door Asa (hen/hun, die/diens)

*Asa is een pseudoniem

Gepubliceerd door