Wat zullen de mensen zeggen? Manai ka boli?

Recensie door Kailash Bhawanibhiek

Afbeelding van boek wat zullen de mensen zeggen?

Titel:
Wat zullen de mensen zeggen?

Auteur:
Tahrim Ramdjan (1998)

Onderwerp/thema?
Autobiografie van Nederlands-Hindostaanse islamitische homoman Tahrim Ramdjan, geboren en opgegroeid in Amsterdam als kind van Surinaams-Hindostaanse ouders.

Fictie of non-fictie?
Non-fictie

Plaats van handeling?
Amsterdam. Onder andere de Bijlmer, waar hij opgroeit. En Amsterdam Zuid, waar hij naar het gymnasium gaat.

Waarom wilde de auteur dit boek schrijven? Wat was zijn persoonlijke missie?
Hij wilde zijn ervaring delen. Ik schat in dat hij daarmee meer begrip voor mensen van kleur in de Nederlandse maatschappij wil bewerkstelligen. Door zijn publicaties is hij nu ook een rolmodel voor andere Hindostaanse queers.

Is de auteur in zijn missie geslaagd?
Gezien de recensies vanuit de samenleving blijkt hij inderdaad een brug te hebben geslagen. Ook voor mij is er veel herkenning met de inhoud van het boek. De vraag die wel bij mij opkwam, is hoe het komt dat Ramdjan geen vrienden uit de Bijlmer in zijn boek noemt. Hij geeft dat ook toe en is zich ervan bewust. De setting van het verhaal is de Amsterdamse bubbel. Als lezer is het belangrijk te beseffen dat deze bubbel anders is dan in de rest van Nederland.

Waarom heb jij het boek gelezen?
Op aanraden van een goede vriend. En nieuwsgierigheid, omdat ik de schrijver weleens heb ontmoet en gesproken.

Wat herkende je?
De zoektocht naar een groep om bij te horen. De warmte van de Hindostaanse cultuur/familie. En de grote verschillen die in Amsterdam bestaan en voelbaar zijn bij het overgaan van de ene naar de andere buurt, alsook /bar/restaurant/vriendengroep.

Waarom heeft hij voor deze titel gekozen? Wat is jouw associatie met deze titel?
Het eerste hoofdstuk heeft de bekende hindostaanse uitdrukking ‘Manai ka boli?’ als titel. De titel van het boek is daar de vertaling van. In dit hoofdstuk licht hij de reis van de Hindostanen toe, en benoemt hij onder andere de verstikking en prestatiedruk die in de gemeenschap worden ervaren. Ik herken die ook en applaudisseer de duidelijke en eerlijke wijze zoals hij het opschrijft. In de rest van het boek komt de associatie met de hindostaanse uitleg weinig expliciet naar voren; het gaat meer om de algemene betekenis van de titel, en minder om de ervaring ervan in de Hindostaanse gemeenschap. Als lezer concludeer ik dat ‘de dingen die mensen denken/zeggen’ vanuit die algemene betekenis de handelingen, besluiten en emoties van de auteur beïnvloeden. Ik had bij het lezen van de titel als eerste indruk dat het hele boek over zijn Hindostaans-zijn zou gaan en hoe hij zich tot de gemeenschap verhoudt. Dat is niet zo.

Wat maakte jou nieuwsgierig?
Het unicum van een verhaal van een islamitische Hindostaanse homoman van mijn generatie.

Waar deed het boek jou aan denken?
Ramdjan onderzoekt zijn gevoelens en ervaringen, beschrijft deze alsof hij nu nog de puber is die zich verstopt onder de dekens. Voor mij vergelijkbaar met de belevingswereld van het hoofdpersonage van ‘Het Gym’ van Karin Amatmoekrim.
Hij haalt wetenschappers aan die zijn gevoelens en ervaringen woorden en concepten hebben gegeven. Zijn gevoelens en ervaringen blijken hierdoor universeel te zijn. Dit geeft waarschijnlijk meer legitimiteit aan de gevoelens van zowel de auteur als de lezer die zich in de ervaring herkent, en bevestigt dat je onderdeel bent van een gemeenschap. Hiermee verstevigt hij de Hindostaanse queer identiteit voor zijn Hindostaanse queer lezers. Bij de aangehaalde analyses en referenties moest ik ook denken aan de wijze waarop Anil Ramdas schreef, hij onderzocht en legitimeerde zijn eigen ervaring met referenties en onderbouwde wetenschap. Daardoor is er voor mij herkenning met zijn boek ‘Badal’, waarin een Hindostaanse journalist de witte journalistenwereld induikt, daar andere mensen van kleur vindt en bevriend met ze raakt.

Zou je dit boek aanbevelen? Zo ja, aan welke doelgroep?
Zeker! De ontwikkelingsreis die de auteur maakt en de besluiten die erbij horen zijn inspirerend en kunnen mensen helpen om hun eigen reis te plaatsen. De achterban van Hindostaans & Queer is bij uitstek een groep die inspiratie en wijsheid uit Ramdjan’s boek kan putten. Zijn boek sluit naadloos aan bij de missie en visie van Hindostaans & Queer. Hij zorgt voor representatie van het Hindostaans en queer zijn in de Nederlandse samenleving. Hij geeft andere Hindostaanse queers een rolmodel door te schrijven over zijn proces. Hij schrijft over de pijn, liefde, haat, de tegenstijdigheden van zijn bestaan en laat dat zien met humor, scherpte en menselijkheid. Dit boek gaat over het bewegen in de Nederlandse samenleving als Hindostaanse queer, over zelfontdekking en de fasen van zelfacceptatie. En ook hoe je je verschillende identiteiten ruimte geeft en bedenkt hoe die zich tot elkaar in jezelf en tot de wereld om je heen verhouden.

Kun je een passage uit het boek aanhalen die jou heeft geïnspireerd e/o geraakt?
… 
Ze bleken onhygiënisch te kunnen zijn – o man, zo onhygiënisch.
Ze bleken niet altijd gezond, sterk en intelligent te zijn. Ze bleken niet uitverkoren te zijn, maar gewoon mens, net als ik.
En ook ik bleek niet heilig; mijn voorkeur bleek niet zo onschuldig te zijn als ik dacht.
Dát is waarom ik af wil van mijn fascinatie voor witte, Nederlandse mannen. 
… (blz.188)

Waarom kies je voor deze passage?
Ik vind zijn eerlijkheid mooi en inspirerend. Hij zegt bijvoorbeeld dat hij lang de argumentatie dat hij op blonde mannen valt voor zichzelf afdoende vond als verklaring dat mensen voorkeuren en types hebben. Hij kijkt in het hoofdstuk ‘Blonde mannen poepen ook’ (blz. 176) heel kritisch hiernaar, hij wil van zijn fascinatie voor witte, blonde mannen af. Dit geeft eerlijkheid en menselijkheid weer. We leven namelijk in Nederland en we zijn mensen die beïnvloed worden door alles om ons heen. Jezelf bevragen is een kwetsbaar proces en dat beschrijft hij heel herkenbaar en menselijk.


Vertelstijl: 8
Leesbaarheid: 8.5
Aantal pagina’s: 240
Uitgever: Uitgeverij Pluim
Gepubliceerd: maart 2025

Manai ka boli = wat zullen de mensen zeggen

Vragen: Usha Marhé
Antwoorden: Kailash Bhawanibhiek


Kailash Bhawanibhiek (hij/hem) is de huidige voorzitter van Hindostaans & Queer. Daarvoor was hij sinds 2022 bestuurslid. Hij is in het dagelijks leven D&I adviseur. Kailash is onlangs begonnen met zijn promotieonderzoek naar de Hindostaanse queer identiteit. Hij houdt van lezen, reizen, koken, uitgaan en beoefent de Indiase klassieke dans Bharata Natyam.

Gepubliceerd door