De deur naar benáwal pariwár, zelfgekozen familie

Column door Ashwari Akloe

Foto: Yasmin

“Ben ik wel queer genoeg? Wat als ik met niemand een gesprek ga kunnen voeren? Wat als mensen me niet interessant genoeg vinden?” Ik lig in bed, net wakker van mijn dutje, en deze vragen spoken door mijn hoofd. Het is een koude zaterdagavond in januari. Vanavond ga ik voor het eerst naar een Hindostaanse queer milan. Ik sta versuft op, zet de waterkoker aan en maak een volle kop sterke zwarte koffie voor mezelf.

Ik ben weleens naar een Bollywood clubavond gegaan, vol met Indiase expats. Ook ben ik naar de uitgaansscene in de Reguliersdwarsstraat in Amsterdam en PANN-feestjes in Utrecht geweest. Deze milan voelt echter als iets nieuws. Alsof ik eindelijk eens een keer niet tussen wal en schip zal vallen, maar een brug ga bouwen. Eentje die mij in staat stelt om mijn twee leefwerelden, mijn Hindostaanse achtergrond en het queer zijn, met elkaar te verbinden. Toch ben ik stiekem ook bang voor een innerlijk conflict.

In de taxi probeer ik mezelf af te leiden met het laatste nieuws. Aangekomen op mijn bestemming stap ik uit, en loop met het gevoel van bakstenen in mijn schoenen naar het feest. Ik sta stil voor het pand, elke stap naar de deur voelt toch als een keuze voor mezelf. Met een diepe zucht inhaleer ik een geurige cocktail van de snijdende winterse lucht en kruidige bara’s. Het is elf uur als ik de ruimte binnenstap, er heeft zich al een flinke menigte verzameld. Terwijl ik mij snel van mijn jas ontdoe, zie ik enkele bekende gezichten.   

Ik voel iets in mij verschuiven als ik de lichamen zie dansen en genieten op de muziek die ik van thuis ken. Een zaal vol Hindostaanse queers gaat los op de opzwepende beat van het baithak gana nummer ‘Tu kaha se laile patohiya’ van Dewindersingh Sewnath. Mijn hartslag kalmeert, en ik voel de spanning uit mijn lichaam wegglijden. Mijn oog valt op een prachtige illustratie die aan de muur hangt: twee gekleurde vrouwen zoenen elkaar teder. Hey, ik ken de artiest, dat is Nazrina Rodjan! De illustratie voelt als een viering van mijn identiteit. Mijn ziel voelt een soort onwennig gevoel van thuiskomen. Het soort thuiskomen waarbij je nu wel weet in welke straat je woont, maar nog niet bij welke ghar je moet aanbellen om jouw pariwár te ontmoeten.

Plots tikt er iemand op mijn schouder. Ik draai me om en word warm begroet door een vertrouwd gezicht. Ze vraagt me verwonderd of ik alleen ben gekomen. Ik knik instemmend met een brede glimlach. Als een echte dost begeleidt ze me door de ruimte en stelt ze me voor aan een paar mensen. Ik voel me steeds meer op mijn gemak, en loop vrijer door de ruimte. Wanneer ik spontaan oogcontact maak met een groepje dansende vrienden, besef ik me dat ik twee van ze ken van een eerder event. We groeten elkaar, hebben het over koetjes en kalfjes. Onderwerpen waar ik in elke andere situatie verveeld wat had gemompeld, maar in deze situatie voelt het gewone juist als een bevestiging. Een bevestiging dat ik erbij hoor, en me niet hoef te bewijzen. Ik bestel mijn eerste beker bier van de avond en plof neer op één van de banken. Vriendelijk lach ik naar de persoon naast mij, en rol subtiel en onaangekondigd in een spel van wederzijds geflirt.  

De klanken van baithak gana, kaseko- en Bollywoodmuziek zweven als oude vrienden door de ruimte. Muziek die fungeert als een geheugensteun van wie ik was, wie ik ben, en vooral ook wie ik mag worden. Ze vertellen mijn verhaal van kruisingen, erfgoed, pyaar en overleven. Mijn dwalende blik valt op een bekend gezicht. Haar ogen kijken mij uitnodigend aan, en ik begeef me verlegen naar de dansvloer. Hoe langer ik op de verschillende tonen uit mijn jeugd dans, hoe vrijer en levendiger ik me voel.

Voor ik het weet is de milan afgelopen. En voor ik het weet sta ik weer buiten het pand. Ik voel me voldaan. Heel anders dan het begin van de avond, toen ik wat krampachtig was door de zenuwen. Nu vult een warme gloed mij van binnen, als een belofte van iets groters. Ik geloof dat ik deze avond eindelijk een brug heb kunnen bouwen die wal en schip met elkaar verbindt. Een brug van queer joy, gedragen door de Hindostaanse queer gemeenschap. En misschien weet ik nog steeds niet bij welke ghar ik moet aanbellen, maar ik weet nu dat de deur naar mijn benáwal pariwár uitnodigend op een kier staat.


Milan = feest, bijeenkomst
Bara = hindostaanse gefrituurde snack
Ghar = (t)huis
Dost = vriend(in)
Pyaar = liefde
Pariwár = familie
Benáwal pariwár = zelfgekozen familie


Ashwari Akloe (zij/haar) is redactielid van Hindostaans & Queer. Zij zoekt in taal, natuur en spiritualiteit naar een plek om thuis te komen. Onlangs rondde ze haar masterstudie Dierwetenschappen (Animal Sciences) af in Wageningen. Het verweven van ecologie met vragen over rechtvaardigheid en identiteit houdt haar bezig.

Gepubliceerd door