
Kan je jezelf voorstellen?
Mijn naam is Riyaz van Wegberg, ik ben 30 jaar en voormalig coördinator van de LGBT-organisatie The Hang-out 070. Ik ben al heel lang betrokken bij queer organizing in Den Haag. Ik heb hier ook gestudeerd en ben eigenlijk mijn hele leven hier opgegroeid — wel aan de kant van het veen, niet van het zand.
Ik ben eigenlijk eerst uit de kast gekomen als gay. In het begin dacht ik dat ik biseksueel was, in een soort valse hoop dat het misschien nog zou veranderen. Maar uiteindelijk had ik een lange periode dat ik mezelf heel standvastig met gay identificeerde. Pas later begon ik me eigenlijk veel meer met panseksueel te identificeren.
Wat betekent het voor jou om zowel Hindostaans als queer te zijn?
Voor een lange tijd heb ik me eigenlijk niet zo Hindostaans gevoeld, omdat mijn verbinding met die cultuur voornamelijk te maken had met mijn Moksi meti-achtergrond (gemengde achtergrond): mijn Nederlandse achternaam, mijn Hindostaanse moeder, mijn Moksi meti-vader, en de Chinezen en Creolen die ook onderdeel van de familie zijn. Mijn afkomst is heel erg gemengd, waardoor ik voor mezelf niet kon plaatsen hoe ik deze afkomst moest ervaren. Er is heel veel van mijn cultuur wat ik niet kon meemaken omdat ik daar geen toegang tot had. Van mijn ouders mocht ik bijvoorbeeld geen Sranantongo leren, en Hindostaans was me ook nooit aangeleerd. Daardoor was ik mijn identiteit een beetje zelf aan het invullen.
Wat ik zie in de zwarte gemeenschap is dat er echt sprake is van verbondenheid, omdat mensen herkenning in elkaar vinden. Dat ervaarde ik niet in de Hindostaanse gemeenschap omdat ik niet zoveel andere Hindostanen, en laat staan Hindostaanse queer mensen, in mijn leven had. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik naar deze identiteit op zoek was, en na verloop van tijd werd dit steeds sterker. Ik ontdekte hoe weinig invulling ik aan mijn Hindostaanse achtergrond had gegeven. Ik begon op een gegeven moment die verbondenheid te voelen via de recepten en gerechten die ik van mijn familie heb meegekregen.
Met Hindostaanse & Queer is er een enorm sterke verbinding ontstaan. De stichting heeft me doen beseffen dat deze twee kanten van mijn identiteit met elkaar kunnen samengaan. Ik heb een hindoe-islamitische achtergrond en merk dat de meeste Hindostanen om me heen een meer traditionele hindoeïstische achtergrond hebben. Maar doordat ik toen, bij events, geïntroduceerd werd tot mensen die ook gemixt zijn, die wat meer op mij leken, zag ik dat ik ook ruimte mag innemen in deze gemeenschap. Hindostaans & Queer vormde een soort ankerpunt voor mij, een startpunt om verder te kunnen ontdekken. Dat heb je denk ik als mens nodig: een ankerpunt van waaruit je verder kan groeien. Ik kon toen erkennen dat ik Hindostaans ben, maar ook gemixt en queer. De queer Holi-viering die Hindostaans & Queer met The Hang-out 070 organiseerde vind ik een heel mooi voorbeeld; dat was voor mij een kans om mijn Hindostaanse kant te ontdekken en tegelijkertijd die verbinding met de queer gemeenschap te maken. Er is zo’n intrinsiek begrip tussen ons, ook al hebben we verschillende achtergronden. Dat gaf me echt het gevoel van thuiskomen.
Op welke manier ervaar jij vreugde als Hindostaanse queer persoon?
Heel veel joy komt voort uit lange overnachtingen — ik heb wel eens in The Hang-out geslapen na een leuk feestje. Of bijvoorbeeld de lange gesprekken met mensen, vaak over de meest uiteenlopende onderwerpen; gesprekken die over niks gingen. Maar ook samen de console pakken en via de beamer gamen. Na al het vergaderen en organiseren bleven die momenten echt hangen en gaf dat me veel plezier.
Ik probeer de zwaardere tijden te vervagen, zodat de mooie momenten blijven. Het queer zijn heeft me een gemeenschap geboden. Het is niet alleen een identiteit; het is ook activisme. Het stopt niet bij het feit dat je queer bent — vooral voorbij de queerness kijken, en verbinding maken met anderen, dat kan ik waarderen. Al helemaal wanneer het aankomt op de Hindostaanse queers, we hebben zo weinig gekeken naar onze eigen identiteit en naar hoe we dat vormgeven. Ik vind dat heel erg exciting, dat we dat nu eindelijk aan het doen zijn.
Ik wil later geen kinderen, maar als ik queer children heb — like, weggerende twintigjarigen, terwijl ik veertig ben of zo — dan zou ik ze willen geruststellen: ‘Het komt echt wel goed; vroeger strooiden we samen met poeder in de tuin!’ Dat we die gemeenschap gecreëerd hebben in Den Haag, dat we zoveel invloed hebben, dat geeft me immense joy. Dat stukje joy is voor mij ook wel altijd verbonden aan trots: ik ben trots op hoeveel we bereikt hebben, zoals het organiseren van Pride. Maar ook de rijkwijdte die Hindostaans en Queer nu heeft geeft mij vreugde.

Hoe heeft jouw begrip van queer zijn zich ontwikkeld door de jaren heen? Heb je uitdagingen gekend gerelateerd aan je identiteit?
Ik dacht vroeger wel van: oké, ik moet visibly queer — vrouwelijk — naar buiten kunnen gaan. Je kwam eigenlijk uit de kast en vanuit daar bouwde je verder, maar het ging toen veel minder om dat stukje identiteit en meer om je manier van leven en hoe je tegen dingen aankijkt. Nu is dat niet zo. Ik ervaar nu een soort vrede — ik heb de skills gevonden om te overleven en om dit ook aan andere queers door te geven. Vroeger was het meer naar mezelf gericht, naar hoe ik naar queerness keek. Nu wil ik er voor anderen zijn, voor de gemeenschap, zodat iedereen iets heeft om aan vast te houden, en dat je mensen hebt die voor je klaarstaan en ervoor zorgen dat dit ons nooit wordt afgenomen.
Is er iets dat je andere Hindoestaanse queer mensen zou adviseren in het vinden van vreugde en vervulling in hun leven?
Ik zou anderen adviseren om andere Hindostaanse queers op te zoeken. Ga naar queer evenementen, ook al heb je angst. Ga gewoon. Neem contact op met de organisatoren als je alleen en nerveus bent. Probeer mensen van kleur te ontmoeten en stel je open voor nieuwe verbindingen.
Denk aan de rol van organisatoren of mensen die sociale situaties creëren, zoals bij feestjes: ze zouden blij zijn met de energie die je meebrengt. Als je jezelf de opdracht geeft om positieve energie door te geven, ga je nadenken over wat je deelt en waar je je energie in steekt. Zet je die energie in om je carrière zo stabiel mogelijk te maken en de typische, natte Hindostaanse droom van huisje, beestje en een afbetaalde hypotheek te vervullen? Of gaat het je vooral om de mensen om je heen, die er voor je zullen zijn?
Ik adviseer jongeren om naar kleine evenementen te gaan waar je echte connecties kunt maken, vooral met mensen in je buurt. Ik begrijp dat veel jongeren zich terughoudend voelen, maar uiteindelijk draait het om het ontmoeten van mensen en het creëren van een netwerk van steun en liefde.
Het project ‘Humans of H&Q’ is mogelijk door het Queer emancipatiefonds Den Haag, daarom zijn wij erg benieuwd naar wat jouw binding is met Den Haag
Ik ben hier geplukt en gegroeid; ik woon al heel mijn leven hier. Ik kan heel erg waarderen wat ik hier heb: mijn vrienden — mijn mensen. Mijn wortels zijn hier zo geslagen, dat ik mezelf nergens anders meer naartoe zie gaan; ik weet wat ik aan de stad heb.
Iemand van het kunstenaarscollectief van The Hang-out heeft mooi verwoord hoe ik mij voel in relatie tot Den Haag: sommige mensen blijven hier lang en zijn als een stevige boom waar vogeltjes op kunnen neerstrijken en vervolgens weer verder kunnen vliegen. Zo zie ik mezelf voor de stad Den Haag. Ik hoop een lange tijd een van die pilaren te zijn voor mensen die op zoek zijn naar andere queers, naar verbinding, of gewoon iemand om mee te praten. Ik wil in deze stad altijd een van die bomen zijn, samen met anderen die genieten van het samen overleven — die genieten van deze mooie band.

Interview afgenomen door Maithili Bansie

Gepubliceerd door