Louise Autar

Zou je jezelf kunnen voorstellen?
Mijn naam is Louise Autar (zij/haar, 31) en ik kom uit Rotterdam. Ik ben Surinaams-Hindostaans en identificeer me als biseksueel, maar ik gebruik ook vaak queer. Ik vind de vaagheid van de term queer erg fijn, mede omdat ik in het verleden vaak last heb gehad van een soort “queer impostersyndroom” (wanneer ben je queer genoeg en aan welke normen moet je voldoen om ‘echt’ queer te zijn?). Bij de term ‘queer’ ervaar ik, door de vaagheid en de grootheid ervan, dat je je binnen de term kan manoeuvreren hoe je wilt.

In het dagelijks leven werk ik op een universiteit, na Postcolonial & Gender Studies gestudeerd te hebben. Dankzij de combinatie van mijn eigen levenservaring, mijn studie en mijn activisme sta ik met één been in de wetenschap – met name door les te geven – en met het andere been in het culturele veld. Ik ben altijd wel bezig geweest met hoe macht een rol speelt in de maatschappij, en hoe verschillende mensen de wereld anders beleven. Deze interesse komt ook uit de identiteiten die ik met mij meedraag. Ik snapte vaak niet waarom er zoveel ongelijkheid was (en is), en in de zoektocht naar antwoorden ben ik beland in de werelden van wetenschap, literatuur, (dans)theater en andere vormen van kennis. Macht onderzoeken en de impact daarvan, ook op mijn eigen identiteit, is de rode lijn in wat ik doe.

Kun je een specifiek moment of ervaring delen waarin je je vreugdevol voelde als Hindostaanse queer persoon?Een kantelpunt voor mij waarin ik besefte dat Hindostaans en queer zijn echt samen kon bestaan, was toen ik op een event over Hindostaanse geschiedenis een mede Hindostaanse queer persoon zag met diens partner. De persoon in kwestie was met verschillende mensen aan het praten terwijl diens partner zich bezighield met verschillende leden van de familie van die persoon. Het was eigenlijk een heel simpel moment, maar juist in het simpele zo krachtig: op dat moment had ik nog niet met veel mensen gedeeld dat ik queer was, ook niet met mijn familie, waardoor het “coming out” gedeelte het punt was waar ik tot dat moment mee bezig was. Maar dat moment gaf een inkijkje in een mogelijk leven na dat grote moment: een inkijkje in hoe je de verschillende dimensies (partner, familie, community work, creativiteit) van je leven kan samenbrengen en al je identiteiten met elkaar kan vervlechten, zonder te moeten kiezen. Ik dacht echt: “Wauw! Het hoeft niet alleen eng te zijn, Hindostaans en queer zijn, het kan ook heel mooi zijn.

Wat zijn de belangrijkste bronnen van vreugde in je leven als Hindostaans en queer persoon?
Mijn vrienden, ik zie hen ook echt als mijn chosen family. Eigenlijk ben ik al een tijdje bezig met “queering” (queering betekent in deze context; het centraal stellen van queerness) hoe mijn dertigerjaren eruit gaan zien als je niet voor dat traditionele pad gaat. Als queer persoon van 31 zie ik nu veel mensen van dezelfde leeftijd om mij heen die nu richting ‘huisje boompje beestje’ gaan. En terwijl ik heel blij voor hen ben, zit ik wel met de vraag: wat als dat niet is waar mijn komende jaren over gaan draaien? Over wat dan wel? Op welke manier ga ik vormgeven aan joy, relaties en zorgen voor elkaar? Waar heb ik behoefte aan als ik mezelf niet forceer om een bepaald pad op te gaan? Hierin blijft de uitdaging om centraal te stellen wat ik leuk vind om te doen, wat ik belangrijk vind om te doen en wat mij rust geeft.

De mensen en relaties die ik in die zoektocht heb gevonden, zijn erg belangrijk voor mij, ook omdat wij met dezelfde vragen ons leven nu inrichten op een manier die bij ons past. Bijvoorbeeld: samen op vakantie gaan met vrienden, rekening houden met (mentale) gezondheid en je behoeften en de vreugde daarin herkennen, maar ook genieten van rust en “slow activities” als henna, haken, lezen en picknicken.

Hoe draagt de gemeenschap bij aan jouw gevoel van vreugde en acceptatie van je Hindostaanse en queer identiteit?
Op een cultureel event waaraan ik heb bijgedragen zat ik met een aantal kritische, feministische en de-koloniale Hindostanen aan tafel, waaronder ook mede Hindostaanse Queer, Fazle Shairmohamed. Fazle zei toen iets in de trant van: “Mijn Hindostaanse gemeenschap, dat is hier”. Dat vond ik zo een mooie uiting, want hoe groot of klein je de Hindostaanse gemeenschap ziet, ik weet dat er like-minded mensen zijn in de gemeenschap, die wel kritisch zijn, werken vanuit de-koloniale raamwerken en queer geluiden voorop willen stellen; dat is mijn gemeenschap. Door de juiste mensen te vinden en zo mijn eigen Hindostaanse gemeenschap te vormen binnen de grotere gemeenschap, ging het op een gegeven moment vrij makkelijk met het uitdragen van mijn queeridentiteit binnen de Hindostaans-Surinaamse gemeenschap. Dat heeft me heel veel vreugde gegeven, het gevoel dat dit er ook mag zijn en ik er mag ruimte voor mag en kan maken. Ik ben Hindostaans en queer, en ook op gelijk gewicht; ik ben niet alleen Hindostaans of alleen queer, ik ben Hindostaans en queer.

Hoe heb je uitdagingen gerelateerd aan je identiteit overwonnen en hoe heeft dit bijgedragen aan jouw gevoel van vreugde en zelfacceptatie?

Ik zat aanvankelijk wel met vragen als: wat betekent queerness voor mij; wat wil ik ermee in mijn leven? Zo was ik tijdens mijn studietijd in Rotterdam; mijn gezin/familie zelf. In Utrecht; mijn wetenschappelijke zelf. En in Amsterdam en Den Haag: mijn queer zelf. Ik had mijn identiteiten heel erg uitgestreken over allerlei steden. Hoewel ik daardoor verschillende kanten van mezelf kon ontwikkelen, groeide ook de noodzaak om deze kanten ook bij elkaar te moeten brengen. En dat was wel een grote uitdaging. Ik dacht ook eerst: als ik een partner heb met wie het echt serieus is, dan pas ga ik ‘uit de kast’ komen. Maar toen ik solliciteerde op een bestuursfunctie bij Hindostaans en Queer, was daar het moment dat ik ook echt werk ging maken van het bij elkaar brengen van deze identiteiten en dus ook de muren breken tussen deze delen van mijzelf. Ik wist aanvankelijk niet hoe ik ‘uit de kast’ wilde komen, maar uiteindelijk was het best chill voor mij. Dat heeft mij ook wel een gevoel van rust gegeven. Daarvoor had ik wel het gevoel dat ik steeds over mijn schouder moest kijken, en moest oppassen dat de verschillende identiteiten van mij niet in elkaar overvloeide. Maar het open zijn en het samenbrengen van de identiteiten heeft me echt rust gegeven: ze mogen met elkaar overvloeien. Ik ben ook op een punt in mijn leven dat ik sterk genoeg ben, en mijn sociale kring sterk genoeg is om mogelijke negatieve gevolgen te ondervangen.

Wat zou je anderen in de Hindostaanse queer gemeenschap adviseren over het vinden van vreugde?

Find your people, dat maakt zo een verschil. Maar vind ook het respect en de liefde voor jezelf om vreugde toe te laten en de mensen te vinden die daarbij horen. Dat gaat over eventuele partners, maar ook over vrienden en familie. Maar ik vind het ook heel belangrijk om je uit te spreken: naar mijn ervaring vind je ook verbinding door je uit te spreken over belangrijke zaken. Over queer liberation, maar ook andere vormen van activisme als antiracisme en het bestrijden van andere vormen van onderdrukking. Ik heb door mij uit te spreken, en te luisteren naar anderen die zich uitspreken tegen onderdrukking, zoveel meer verbondenheid gevoeld. Denk bijvoorbeeld aan hoe queer liberation verbonden is met de bevrijding van Palestijnen, omdat we allemaal te maken hebben met dezelfde structuren van onderdrukking. Ik haal veel inspiratie uit het werk Audre Lorde, die in The Cancer Journals onder andere schreef:

‘“I have found that battling despair does not mean closing my eyes to the enormity of the tasks of effecting change, nor ignoring the strength and the barbarity of the forces aligned against us. It means teaching, surviving and fighting with the most important resource I have, myself, and taking joy in that battle. It means, for me, recognizing the enemy outside and the enemy within, and knowing that my work is part of a continuum of women’s work, of reclaiming this earth and our power, and knowing that this work did not begin with my birth nor will it end with my death. And it means knowing that within this continuum, my life and my love and my work has particular power and meaning relative to others.”’

Ik haal kracht uit het idee dat ik bijdraag aan deze strijden, wetende dat het niet is begonnen met mij, niet gaat eindigen met mij, maar dat ik mijn deel doe in een langere strijd van bevrijding vinden.

Het project Humans of H&Q is mogelijk door het Queer emancipatiefonds Den Haag, daarom zijn wij erg benieuwd wat jouw binding is met Den Haag
Den Haag is op vele manieren de plek waar ik me heb leren uitspreken. Tijdens mijn studie ben ik als studentactivist bij STAR (Space to Talk About Race) daar echt in gegroeid. Wij hebben veel van onze events in Den Haag gedaan, community gevonden en hopelijk ook gecreëerd. Ik heb ook veel events over Hindostanen voor het eerst mogen meemaken in Den Haag. Hier merkte ik dat ik tijdens zulke events vaak bepaalde stemmen en verhalen miste. Deze frustraties groeiden, tot ik op een punt kwam dat ik tegen mijzelf zei dat ik óf alleen maar kon klagen, óf zelf kon bijdragen aan datgene dat ik miste. Dit was voor mij ook de reden om me bij Hindostaans en Queer aan te sluiten. In die zin heb ik in Den Haag zowel ervaren wat voor mij niet werkt en geëxperimenteerd met hoe community work en activisme anders kan, wat ook vandaag de dag nog doorloopt in de projecten waaraan ik bijdraag, zoals Stories of Kathak.

Interview afgenomen door Arson

Gepubliceerd door